Uitreiking eindrapport Arre Zuurmond Dwars door de Orde aan staatssecretaris Zsolt Szabó
Het is vier uur, dinsdag 15 april. De ontvangstzaal van de aula in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag stroomt vol met een enthousiast publiek. Een goedgevuld programma staat klaar. De boekpresentatie draait om de overhandiging van de eindrapportage Dwars door de Orde van Arre Zuurmond, oud-regeringscommissaris Informatiehuishouding, aan staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties Zsolt Szabó. Voorafgaand aan de overhandiging maakt Zuurmond de inhoud van het boek levend: hij spreekt met verschillende ambtenaren en professionele uitvoerders over wat een responsieve overheid voor hen betekent.
Een urgente opgave

Het publiek is doordrongen van de opgave. “We zijn vaak nog bezig een oude bureaucratie in nieuw beton te gieten”, vertelt Zuurmond. “Op kleine schaal en binnen een beperkte marge is er al een verandering gaande”, vertelt ook Eva Heijblom, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie. Maar om een écht responsieve en proactieve overheid waar te maken, is een grote transformatie nodig.
Actie is nodig
En dat zo’n transformatie nodig is, is ook te merken aan het publiek. Niet alleen ambtenaren komen aan het woord, maar ook professionele uitvoerders vertellen over de knelpunten die zij dagelijks meemaken in het uitvoeren van hun werk. En daar moeten we niet alleen over praten (en schrijven), maar écht in actie komen.
Een voorbeeld van een initiatief komt van het Jonge Ambternaren Netwerk Futur. Zij stellen een ‘reinigingsmechanisme’ voor, waar dienstverleners hun knelpunten met informatiehuishouding kunnen aanmelden. Een ‘reinigingsteam’ van ambtenaren gaat vervolgens aan de slag met de casus. Zo krijgen ambtenaren gevoel voor wat de systematische verandering betekent.
Een radicale vernieuwing van de overheid

In zijn boek Dwars door de Orde pleit Arre Zuurmond voor een fundamentele transformatie van de Nederlandse overheidsorganisatie. Zuurmond beschrijft de huidige overheid als een ‘postkoets met hulpmotor’ die niet meer past in onze gedigitaliseerde samenleving. Het boek presenteert zeven invalshoeken voor verandering van de overheid naar een meer responsieve en proactieve organisatie. Een overheid die weer naast de burger staat, in plaats van tegenover.
De eerste invalshoek: een maatschappelijke benadering waarbij burgers een gelijkwaardige informatiepositie krijgen. Het is de eerste stap in Zuurmonds "van buiten naar binnen"-benadering: eerst kijken naar wat de burger en maatschappij nodig hebben, dan pas naar de inrichting van de overheid zelf.
Van medicalisering naar facilitering
In deze maatschappelijke invalshoek pleit Zuurmond voor een actief publiek domein, waarin burgers zelf feiten kunnen verzamelen en alternatieve visies kunnen ontwikkelen. De democratische rechtsstaat vereist dat de overheid niet alle problemen naar zich toetrekt ("medicalisering"), maar het oplossend vermogen van de samenleving faciliteert.
Zuurmond illustreert zijn punt met de geschiedenis van de automatische externe defibrillator (AED) in Nederland. Rond 2000, toen de AED breed werd geïntroduceerd, bepaalde de Gezondheidsraad dat alleen medische professionals deze mochten bedienen. Toen burgers protesteerden vanwege de lange aanrijtijden van ambulances, stelde het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) voor om meer ambulances in te zetten. Dit kostte destijds 300 miljoen euro.
In 2002 besloot de Gezondheidsraad toch dat ook burgers de AED mochten bedienen. Het leidde tot een revolutionair systeem waarbij:
- AED’s op openbare plekken beschikbaar kwamen;
- de 112-procedure werd aangepast;
- SMS-berichten naar vrijwillige "runners" en reanimatiemedewerkers worden gestuurd;
- en jaarlijks meer dan duizend levens worden gered.
Het voorbeeld toont hoe de overheid het probleem niet zelf overnam, maar de maatschappij faciliteerde om het zelf op te lossen. En dat met behulp van gegevensuitwisseling en digitalisering.
Zeven wegen naar een nieuwe overheid

De andere invalshoeken die Zuurmond presenteert gaan over de positie van uitvoerende professionals, gegevensuitwisseling, responsief bestuursrecht, biomimicry (leren van de natuur), de rol van de CIO Rijk en politieke ideologieën.
Bij gegevensuitwisseling wijst Zuurmond op het chaotische ‘spaghetti-landschap’ van systemen. Hij pleit voor een aanpak geïnspireerd op de Belgische Kruispuntbank. Deze bank bouwde een elektronisch netwerk dat verschillende instellingen die gaan over sociale zekerheid met elkaar verbindt. De bank faciliteert nu 2 miljard gegevensuitwisselingen per jaar en bespaart naar schatting € 1,7 miljard aan administratieve lasten.
De noodzaak van organisatorische evolutie
De overheid houdt vast aan verouderde werkwijzen terwijl de samenleving fundamenteel is veranderd, aldus Zuurmond. "De samenleving is geëvolueerd van een postindustriële naar een digitale informatiemaatschappij, maar de organisatie van de overheid is nog geënt op de (post)industriële situatie.”
De zeven invalshoeken brachten Zuurmond verhelderende inzichten. Maar, hoe nu verder? Ook daar geeft Zuurmond antwoord op in zijn boek. De kernboodschap: de overheid moet radicaal transparanter worden, gegevens actief delen en haar informatiehuishouding herzien. Niet de burger, maar de relatie tussen burger en professional moet centraal staan. Dienstverlening moet proactief en responsief worden, met minder bureaucratie. Digitalisering is geen doel, maar een middel voor publieke waarde. De CIO Rijk moet transformeren naar een krachtige innovator (CIO 3.0). Tot slot pleit Zuurmond voor herbezinning op politieke ideologieën en institutionele structuren die vernieuwing in de weg staan.
Het boek van Arre Zuurmond Dwars door de Orde, onder redactie van Quita Hendrison en Els Wiegant, is nu te lezen.