Nieuwe versie Rijksbrede Woo-instructie
Maak jij gebruik van de Woo-instructie? Let dan op: er is een geactualiseerde versie van de Woo-instructie (versie 2024). De Woo-instructie is het handboek voor de uitvoering van de Wet open overheid (Woo). In de instructie staat hoe het Rijk omgaat met informatieverzoeken. De versie uit 2022, toen de Woo in werking trad, is aangepast naar aanleiding van een motie van het Tweede Kamerlid Sneller (D66) om de rijksbrede Woo-instructie in overeenstemming te brengen met de wet en de jurisprudentie.
Omgang met concepten
De nieuwe versie (2024) van de Woo-instructie verduidelijkt dat concepten moeten worden beoordeeld voor openbaarmaking als er anders een onjuist of onvolledig beeld ontstaat over het besluitvormingsproces. Dit houdt in dat concepten vanaf DG-niveau en hoger altijd moeten worden beoordeeld met de vraag of het relevante feitelijke informatie bevat over het besluitvormingsproces. Het gaat dan om informatie die niet ook al – in een andere vorm – terugkomt in het definitieve stuk.
Dit betekent overigens niet dat de andere concepten nooit voor openbaarmaking in aanmerking komen. Een weigering van conceptstukken zonder inhoudelijke toetsing is daarom ook niet toegestaan.
Toepassing van de i-grond
Ook staat in de nieuwe versie van de Woo-instructie dat de toepassing van de i-grond – een uitzonderingsgrond onder de Woo – nader wordt gemotiveerd. Het moet duidelijk zijn om welke informatie het gaat. En waarom het niet openbaar kan worden gemaakt. Wordt in een document de i-grond met verschillende reden toegepast, dan moet het helder zijn waarom dat zo is gedaan.
Overige aandachtspunten
Ook op andere onderdelen is de Woo-instructie geactualiseerd aan de hand van de jurisprudentie, eerder gedane toezeggingen en andere relevante ontwikkelingen. Zoals bijvoorbeeld de instructie om met een onderbouwing te reageren op een bemiddelingsadvies van het Adviescollege openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI). Daarnaast is opgenomen dat het bestuursorgaan het zoekproces naar documenten inzichtelijk maakt. Ook is er aandacht voor de zogenaamde drie P’s: personeelsvertrouwelijke, privé -en partijpolitieke informatie. Tot slot staat het belang van het beschermen van het parlementair proces ook in de nieuwe instructie.