Openheid is vanzelfsprekend onderdeel van ambtelijk vakmanschap
De Gids Ambtelijk Vakmanschap van het ministerie van BZK geeft invulling aan de waarden die de basis vormen voor het werk van de overheid. Het geeft ambtenaren handvatten en inspirerende voorbeelden waarmee zij invulling kunnen geven aan hun ambtelijk vakmanschap. Vanzelfsprekend maken openheid en transparantie daar deel vanuit, zeggen Susanne van den Oudenhoven en Eline van der Veer, beiden projectmanager ambtelijke vakmanschap van het rijksbrede programma Grenzeloos Samenwerken van BZK. Beiden hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van de gids
Over deze interviewserie
Nederland wil een open en responsieve overheid bevorderen. In dat kader stelt het een nationaal Actieplan Open Overheid op. Het vijfde actieplan, dat een looptijd heeft van 2023 tot 2027, bestaat uit 17 actiepunten binnen 7 thema’s. Deze thema’s zijn afkomstig van het manifest Over Informatie Gesproken van de gelijknamige maatschappelijke coalitie. Ze omvatten onder andere het verbeteren van de toegankelijkheid van informatie, het betrekken van burgers bij besluitvormingsprocessen en het stimuleren van een cultuuromslag naar meer openheid binnen overheidsorganisaties.
Het doel van deze interviewserie is om inzicht te geven in het Actieplan Open Overheid 2023-2027 door middel van 17 gesprekken met de actiehouders van elk actiepunt. De interviews zullen de kernvragen rond elk actiepunt belichten en de relevantie, uitdagingen, successen en resultaten in kaart brengen. Deze keer spreken we Susanne van den Oudenhoven en Eline van der Veer van het rijksbrede programma Grenzeloos Samenwerken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over actiepunt 17: Gids Ambtelijk Vakmanschap. Actiehouder is BZK in samenwerking met de Voorlichtingsraad.
Hoe is de Gids Ambtelijk Vakmanschap tot stand gekomen?
Van der Veer: ‘Een van de aanleidingen was een vraag vanuit de Kamer of er een code voor ambtelijk vakmanschap zou moeten komen. Die vraag kwam voort uit een advies van de Raad van State en de toeslagenaffaire, die ook de spotlights op ambtelijk vakmanschap zetten. Vervolgens zijn we in gesprek gegaan met ambtenaren en op basis daarvan hebben we de gids opgesteld. In de gids staat een aantal waarden die van belang zijn voor ons werk als ambtenaar en waarmee we ambtelijk vakmanschap concreet vorm kunnen geven. Openheid en transparantie zijn twee van die waarden. De gids is bedoeld als een hulpmiddel om het gesprek te voeren met elkaar over hoe wij in ons dagelijkse werkpraktijk invulling geven aan de waarden van waaruit wij werken.’
Van den Oudenhoven: ‘Als uitgangspunt voor de Gids Ambtelijk Vakmanschap zijn verschillende juridische kaders gebruikt, zoals: de Grondwet, Algemene Beginselen Behoorlijk Bestuur, Code goed openbaar bestuur, Gedragscode Integriteit Rijk, Ambtseed en Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Daarnaast hebben we met vele rijkscollega's gesprekken gevoerd over de betekenis over de principes en waarden in hun dagelijkse praktijk. De input uit deze gesprekken hebben we verwerkt en we blijven daarover continue in gesprek.
Wat is het belang van openheid voor een overheid? En wat heeft dat met ambtelijk vakmanschap te maken?
Van der Veer: ‘We willen natuurlijk dat de burgers ons vertrouwen en dat wij vertrouwen hebben in de burger. En een belangrijke waarde daarin is dat wij laten zien wat we doen. Toegegeven, als overheid kunnen niet alles laten zien wat we doen. Maar wat we wel kunnen doen: open zijn over de vraag waarom we dat niet kunnen.’
Van den Oudenhoven: ‘In het kader van het Actieplan Open Overheid hebben we die waarde gekoppeld aan de tekst van de nieuwe ambtseed voor rijksambtenaren. Die wordt later deze zomer geïmplementeerd. Daarin wordt expliciet aandacht besteed aan het zorgvuldig meewerken aan een open overheid. Daarmee is het meteen een krachtig instrument om met nieuwe ambtenaren het gesprek over openheid te beginnen. En vervolgens kun je ook met zittende ambtenaren het gesprek aangaan: dit is wat nieuwe collega's in hun eed beloven of zweren. Maar wat betekent openheid voor jouw werk?’
Van der Veer: ‘Dat is vooral wat we doen: het gesprek voeren met ambtenaren. Bijvoorbeeld als het gaat om openheid en transparantie: wat betekenen die? En hoe breng je die in de praktijk? Dat levert verschillende antwoorden op. Voor een organisatieadviseur bij Economische Zaken en Klimaat betekenen openheid en transparantie wat anders dan voor een weginspecteur bij Rijkswaterstaat.’
Hoe ziet zo’n gesprek eruit?
Van den Oudenhoven: ‘Onlangs waren we bij een grote uitvoeringsinstantie, met 90 mensen die in de frontlinies aan het werk zijn en die het zelf over openheid wilden hebben. Aan de hand van een dilemma dat bij hen in het werk speelt, gingen we kijken hoe zij daar afwegingen in maken.
Juist door dat heel gericht en in hun taal te doen, wordt het vervolgens eigen. Dan ga je van iets dat hoog over lijkt naar heel concreet.’
‘We trekken daarin sterk op met de mensen vanuit het programma Open Overheid, omdat zij een relevant netwerk hebben. Want ambtenaren komen bij ons op de lijn met vragen over bijvoorbeeld loyale tegenspraak of ambtelijk activisme en niet per se met vragen over openheid en transparantie. Maar met de hulp van Open Overheid komen we op de juiste plekken. Waar mensen worstelen: wat is dat dan, open en transparant zijn?’
Openheid en transparantie zijn niet alleen een kwestie van doen. Ze vragen ook om cultuur- en gedragsverandering.
Van der Veer: ‘Dat klopt. En dat is ook wat we proberen te bewerkstelligen. Dat is niet van vandaag op morgen gebeurd. Het is echt een kwestie van de lange adem.’
Van den Oudenhoven: ‘Wat je hoopt, is dat mensen het gesprek met elkaar aangaan en dat zo een verandering wordt ingezet. Die gesprekken, het leren om gezamenlijk te reflecteren op het eigen handelen... Dat zijn de middelen om bewuste keuzes, waardeafwegingen in het werk te kunnen maken.’
Wat is jullie einddoel en wanneer hebben jullie dat bereikt?
Van der Veer: ‘Dat is lastig te zeggen. De inzichten die we opdoen uit onze gesprekken helpen de gids weer verder. Het is dus eigenlijk een participatief proces dat steeds in ontwikkeling blijft. Dat moet ook wel, want wat vandaag heel belangrijk is, kan over een paar maanden compleet iets anders zijn. Zeker als er bijvoorbeeld een andere politieke wind gaat waaien.’
Van den Oudenhoven: ‘Of het nu gaat over openbaarheid en transparant werken of participatie en mensgericht werken, je wilt dat ambtenaren weten hoe zij de juiste afwegingen in hun werk kunnen maken, en dat ook met een bepaalde mate van zelfvertrouwen doen. Die professionele oordeelsvorming zou, denk ik, mijn einddoel zijn. Dat we daar een heel stuk in kunnen groeien. Maar zoals Eline zegt: dat is een proces waaraan je moet blijven werken.’