Goede participatie vraagt openheid

Een open overheid gaat ook over goede participatietrajecten, vindt MT-lid van de directie Participatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Tom Schuurmans. ‘Bij een open overheid denken we vooral aan openheid aan de achterkant van beleidsprocessen. Vaak bedenken we nieuw beleid eerst van achter onze laptop en gaan we daarna pas met andere partijen praten. Dat is lastig voor de buitenwereld, want dan zijn er vaak al allerlei besluiten genomen en is de ruimte voor inbreng van buiten dus kleiner. Dat kan spanning opleveren.’

Tom Schuurmans
Tom Schuurmans

Over deze interviewserie

Nederland wil een open en responsieve overheid bevorderen. In dat kader stelt het een nationaal  Actieplan Open Overheid op. Het vijfde actieplan, dat een looptijd heeft van 2023 tot 2027, bestaat uit 17 actiepunten binnen 7 thema’s. Deze thema’s zijn afkomstig van het manifest Over Informatie Gesproken van de gelijknamige maatschappelijke coalitie. Ze omvatten onder andere het verbeteren van de toegankelijkheid van informatie, het betrekken van burgers bij besluitvormingsprocessen en het stimuleren van een cultuuromslag naar meer openheid binnen overheidsorganisaties.

Het doel van deze interviewserie is om inzicht te geven in het  Actieplan Open Overheid 2023-2027 door middel van 17 gesprekken met de actiehouders van elk actiepunt. De interviews zullen de kernvragen rond elk actiepunt belichten en de relevantie, uitdagingen, successen en resultaten in kaart brengen. Deze keer spreekt Tom Schuurmans van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) over actiepunt 16: Professionalisering van participatie. Actiehouder is IenW, in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hanzehogeschool Groningen.

Wat hebben een open overheid en een professionelere participatie met elkaar te maken?

‘Een goed participatietraject draagt bij aan beter beleid dat ook beter uitvoerbaar is. Dat heeft invloed op de relatie met stakeholders in de samenleving. Om tot betere participatieplannen te komen, is actief en open samenwerken met de overheid cruciaal. Over actief en open samenwerken kunnen we nog veel leren, zowel van eerdere ervaringen uit de praktijk als nieuwe inzichten uit onderzoek. Daarover gaat dit actiepunt.’

‘Actief en open samenwerken is de open overheid ten voeten uit. Bij een open overheid denken we vooral aan openheid aan de achterkant van beleidsprocessen. Maar door bij het ontwikkelen nieuw beleid eerst echt te luisteren, zou je aan de achterkant van het proces wel eens problemen of bezwaren kunnen voorkomen. Een open en transparant participatieproces leidt ertoe dat partijen zich gehoord voelen en indirect mogelijk tot minder bezwaren of Woo-verzoeken. En het draagt bij aan vertrouwen in de overheid.’

Wat is de grootste uitdaging?

‘We vinden het nog spannend om in een heel vroeg stadium “naar buiten” te gaan en open te zijn, omdat er dan nog weinig op papier staat. Dus beginnen we met interne participatie binnen de overheid. De opgaven waarvoor de overheid staat zijn veelomvattend en breed. Woningbouw, infrastructuur, stikstofproblematiek, klimaatmaatregelen, energietransitie en ga zo maar door, overstijgen allemaal meer dan één ministerie. Dus is er samenwerking nodig en participatie, intern en extern. Vaak bedenken we als overheid nieuw beleid eerst van achter onze laptop en gaan we daarna pas met andere partijen buiten praten. Dat is lastig voor de buitenwereld, want dan zijn er vaak al allerlei besluiten genomen en is de ruimte voor inbreng van buiten dus kleiner. Dat kan spanning opleveren.’

Hoe pakken jullie het actiepunt aan?

‘Het ministerie van IenW werkt samen met het ministerie van BZK en met de Erasmus Universiteit en de Hanzehogeschool Groningen. Onze kennispartners doen onderzoek: hoe komt het dat we van ervaringen uit het verleden nog zo weinig leren? Wat houdt ons tegen om geleerde lessen toe te passen? En wat zijn vuistregels voor participatie? We hebben verder een interdepartementale werkgroep ingericht met ambtenaren die praktijkervaringen delen. Zo krijgen we een cirkel van praktijkervaringen, de wetenschap die daar lessen uit trekt en die weer doorgeeft aan de praktijk, die nieuwe ervaringen opdoet die de wetenschap kan onderzoeken.’

Zijn er al successen behaald?

‘Een mooi resultaat is de kennisagenda die we hebben opgesteld met vragen aan de wetenschap. We werken nu als vier partijen samen, als meer partners zich aansluiten kunnen we de gezamenlijke kennisagenda verder uitbouwen. Verder vinden steeds meer mensen ons platform, kennisknooppuntparticipatie.nl, en downloaden ze ook publicaties die daarop staan, populaire handreikingen worden wel 10.000 keer gedownload. We zitten dus geen luchtkastelen te bouwen, er wordt echt gebruik van gemaakt.’

Waar moet dit actiepunt uiteindelijk toe leiden?

‘Dit najaar organiseren we wederom een bijeenkomst en we werken de kennisagenda bij in samenwerking met anderen. We maken ook een participatiewijzer, een hulpmiddel om vanuit een doel tot een passende participatievorm te komen. Dat draagt bij aan betere participatieplannen. Overigens is participatie altijd maatwerk, het actiepunt zal dan ook nooit helemaal af zijn.’