Streven naar evenwicht in de informatiekloof
In een bestuursrechtelijke procedure is het van belang dat burgers en de overheid een gelijke informatiepositie hebben. In praktijk is er echter vaak sprake van informatieongelijkheid tussen beide partijen. Om dit probleem aan te pakken, doen juristen Annemarie Drahmann, Louis Honée en Ymre Schuurmans van de Universiteit Leiden onderzoek naar de concrete knelpunten die burgers en bedrijven ervaren en wat mogelijke oplossingen zijn. Het onderzoek leidt tot een rapport dat wordt aangeboden aan de ministeries van BZK en JenV.
Over deze interviewserie
Nederland wil een open en responsieve overheid bevorderen. In dat kader daarvan stelt het een nationaal Actieplan Open Overheid op. Het vijfde actieplan, dat een looptijd heeft van 2023 tot 2027, bestaat uit 17 actiepunten binnen 7 thema’s. Deze thema’s zijn afkomstig van het manifest Over Informatie Gesproken van de gelijknamige maatschappelijke coalitie. Ze omvatten onder andere het verbeteren van de toegankelijkheid van informatie, het betrekken van burgers bij besluitvormingsprocessen en het stimuleren van een cultuuromslag naar meer openheid binnen overheidsorganisaties.
Het doel van deze interviewserie is om inzicht te geven in het Actieplan Open Overheid 2023-2027 door middel van 17 gesprekken met de actiehouders van elk actiepunt. Deze interviews zullen de kernvragen rond elk actiepunt belichten en de relevantie, uitdagingen, successen en resultaten in kaart te brengen. In dit eerste interview spreken juristen Annemarie Drahmann en Louis Honée van de Universiteit Leiden over actiepunt 6: de informatiepositie van burgers in geschillen met de overheid. Actiehouder is Universiteit Leiden in samenwerking met het ministerie van Justitie en Veiligheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI).
Wat houdt jullie onderzoek in en wat zijn de hoofddoelen?
‘Het manifest Over informatie gesproken heeft geconstateerd dat er sprake is van een informatieasymmetrie tussen burgers en overheid. Maar dat is een heel abstract begrip. Wij willen dat concreet maken. Waar liggen de knelpunten, wanneer doen ze zich voor en waarom?’
‘Het gaat eigenlijk om: wat is de taak van de rechter in het bestuursprocesrecht. En welke rol speelt informatie daarin? Als je zegt: de bestuursrechter gaat kijken of een bepaald overheidsbesluit juist is, dan heeft een burger wellicht minder informatie nodig omdat er juist bij de rechter een belangrijke taak ligt. En als je uitgaat van het burgerperspectief: als een burger meer of andere informatie wil, moet dat dan een plek krijgen in het bestuursprocesrecht of is de Wet open overheid daarvoor bedoeld?’
Hoe ziet het onderzoek eruit?
Honée: ‘Het onderzoek kent drie fases. De eerste is een literatuur- en jurisprudentieonderzoek dat bestaande knelpunten blootlegt. Deze fase is net afgerond. Daarna komt fase 2 waarin we interviews met advocaten en rechters houden: waar lopen ze tegenaan in de praktijk. In fase 3 komen we met aanbevelingen, die we tijdens expertmeetings voorleggen aan advocaten en rechters. Uiteindelijk willen we rond de zomer met een rapport komen.’
Hoe zal het rapport bijdragen aan het verbeteren van de openheid en transparantie van de overheid?
‘We hopen dat het rapport een rol kan spelen bij de totstandkoming van de Wet versterking waarborgfunctie Awb. Die wet moet waarborgen voor de bescherming van burgers in het bestuursrecht gaan vastleggen. Het is nu nog een conceptwetsvoorstel. We zijn dat concept nu kritisch aan het beoordelen: lost het de geconstateerde knelpunten op. Welke voorgestelde wijzigingen moeten echt doorgaan en welke wijzigingen kunnen nog worden aangebracht voor het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat.’
Hoe draagt jullie onderzoek bij aan een open en transparante overheid?
Drahmann: ‘Het biedt een nieuw perspectief. Een open overheid… wat is dat? Het is een vaag en groot concept, dat je graag zo veel mogelijk wilt concretiseren. Want hoe concreter je het maakt in deelprojecten, hoe concreter je ook kunt gaan werken aan oplossingen.’
‘Als een bestuursorgaan ervoor kiest om informatie achter te houden in plaats van deze te delen met burgers, leidt dat niet tot betere besluitvorming.’
‘Het is mooi als we open en op orde zijn. Maar als een bestuursorgaan geen noodzaak ziet om bepaalde informatie aan burgers te verstrekken omdat het liever op die informatie blijft zitten en de procedure wil ‘winnen’, dan komen we nog nergens. En vanuit het perspectief van burger: de Wet open overheid gaat over informatie die je aan eenieder verstrekt in de context van actieve openbaarmaking. Maar als ik als burger procedeer tegen een overheid, wil ik misschien helemaal geen openbaarheid voor eenieder. Het gaat immers over mijn rechtspositie in mijn geschil met de overheid. Dus dan gelden weer hele andere uitgangspunten voor openbaarheid.’
'Conflicten met de overheid zetten het vertrouwen van de burger op de proef en benadrukken het belang van openheid en transparantie.'
Honée: ‘Juist als er een geschil is, wordt het vertrouwen van de burger tegen de overheid op de proef gesteld. Juist in geschillen staan de waarden van openheid en transparantie het meest onder druk.’
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Drahmann: ‘De Wet open overheid wil een cultuurverandering bij de overheid teweegbrengen. Wij kijken in dit onderzoek naar de rol van rechter: in hoeverre moet het perspectief van de burger en het belang van openbaarheid voor hem of haar ook voor de rechter reden zijn om een andere houding aan te nemen? Het zou mooi zijn als er ook een cultuurverandering bij de rechtspraak plaatsvindt waarin men met een nieuwe blik kijkt naar geheimhouding en openbaarheid.’
Honée: ‘Kunstmatige intelligentie gaat de informatiehuishouding en het informatiemanagement compleet veranderen. Waarschijnlijk zal het makkelijker worden om burgers toegang te geven tot de informatie die over hen gaat. Verder hoop ik dat we wat minder in hokjes gaan denken. Dat het allemaal wat minder procedureel wordt. Niet minder zorgvuldig maar wel wat meer met in ons achterhoofd: ja, de burger heeft gewoon recht op deze informatie.’