Hoe onderwijs en overheid bij elkaar komen voor de informatiespecialist van morgen

Informatiehuishouding is een belangrijk onderwerp voor de overheid en voor het gloednieuwe lectoraat Digital Business & Society aan de hogeschool Windesheim. Een samenwerking met I-Partnerschap was dan ook voor de hand liggend. Lector Erik Fledderus van Windesheim en Sander Verhoeckx van I-Partnerschap gingen in gesprek over de krachtige wisselwerking tussen partijen met een hoge wederzijdse gunfactor.

Erik Fledderus en Sander Verhoeckx
Erik Fledderus (links) en Sander Verhoeckx in gesprek

Digitalisering was al onderdeel van het curriculum van hogeschool Windesheim, maar informatiehuishouding sec nog niet. Dat verandert met de komst van het lectoraat Digital Business & Society, met Erik Fledderus als lector. Ook bij de overheid staat informatiehuishouding steeds vaker in het middelpunt van de belangstelling. Omdat I-Partnerschap is opgericht om onderwijs en overheid bij elkaar te brengen, leek samenwerken vanzelfsprekend. “We hebben de tijd genomen om te verkennen hoe dat langdurig zou kunnen,” vertelt Erik terwijl Sander Verhoeckx instemmend knikt. “We wilden weten of onze denkbeelden op elkaar aansloten en of we op basis van vertrouwen een samenwerking konden ontwikkelen die écht ergens toe leidt. Dat vergt tijd. Bij het opzetten van zo’n samenwerking gaan de kosten voor de baten uit.”

Samenwerken in vertrouwen

In het gesprek wordt snel duidelijk dat de denkbeelden van Sander en Erik inderdaad aansluiten en dat zij het ook op persoonlijk niveau goed kunnen vinden. Dat is ook goed, zegt Sander. “Wanneer het persoonlijk klikt ga je elkaar helpen en dingen gunnen.” De samenwerking nam al snel een behoorlijke vlucht. Sander zegt: “Windesheim heeft een goede naam, ook in de persoon van Erik Fledderus. Naast lector is hij voorzitter van PRIO, het platform voor Praktijkgericht ICT Onderzoek en een netwerk van ICT-lectoraten. Daaruit ontstaan allerlei samenwerkingen, waardoor wij als I-Partnerschap denken: wat kan ik nog meer doen met mbo, hbo en wo? Die dwarsverbanden worden steeds verder opgebouwd.” 

Ook met mbo, hbo en wo

Meer hogescholen denken op dit moment na over een gezamenlijk curriculum op het vlak van informatiehuishouding. Het idee is de kracht en specifieke kennis van die hogescholen bij elkaar te brengen in een multidisciplinair aanbod informatiehuishouding. Bepaalde rijksoverheidsonderdelen hebben al aangegeven dat ze graag casuïstiek uit de praktijk inbrengen in dat aanbod. Erik zegt: “We zijn de babyslofjes inmiddels voorbij en lopen op een maatje groter.”

Meer dan proces, ook inhoud

De blik is op dit moment vooral gericht op het proces dat overheid en onderwijs elkaar beter laat vinden op het onderwerp informatiehuishouding. Dat is ingewikkelder dan vraag en aanbod van studenten en werkgevers bij elkaar brengen. Elkaar vinden gaat ook over het soort onderzoek dat de overheid te bieden heeft aan studenten. Het gaat ook de inhoud van het curriculum en hoe dat aansluit bij publieke dienstverlening. Bij de overheid spelen immers andere, unieke, onderwerpen en perspectieven dan in het bedrijfsleven. Daarbij is de cultuur anders, soms ook het gedrag en de taal.

Sander Verhoeckx
Sander Verhoeckx van I-Partnerschap

Wisselwerking onderzoek en onderwijs

De potentiële onderzoeksvragen die bij verschillende rijksonderdelen liggen, blijven in veel opleidingen onderbelicht. Erik zegt: “Wij willen meer aandacht voor vraagstukken waar onderzoek naar gedaan moet worden.” Bijvoorbeeld hoe te komen tot een handelingsperspectief voor ambtenaren wanneer ze zorgvuldig willen omgaan met data of met het uitvragen van informatie bij burgers. Of hoe de overheid ervoor zorgt dat algoritmes op een goede manier worden getraind. Waar zit de bias, het vooroordeel en wanneer ontstaat dat? Kan bias er gedurende de tijd alsnog insluipen doordat gekozen is voor een zelflerend algoritme?

Onderwijs wordt beter wanneer de resultaten van onderzoeken door studenten worden gebruikt om het curriculum aan te scherpen. Het ideaalbeeld is een vanzelfsprekende uitwisseling tussen theorie en praktijk. “Deze wisselwerking is de reden dat I-Partnerschap en Windesheim elkaar snel hebben gevonden,” zegt Erik. “Onze samenwerking gaat over veel meer dan meer studenten afleveren voor de overheid.”

Naast inhoud, ook mensen

Automatisering had informatie met een druk op de knop vindbaar moeten maken. Inmiddels is pijnlijk duidelijk geworden dat ‘even’ een zaaksysteem of een documentmanagementsysteem neerzetten en een training geven, niet werkt. Daarom staat informatiehuishouding bij de rijksoverheid volop in de belangstelling. Daarnaast is het vakgebied enorm veranderd sinds die eerste automatiseringsslag. Data zitten ook in audio, video, e-mail en tekstberichten op telefoons. Sander zegt: “Dat zijn hele andere vormen van informatie die ook gestructureerd en gearchiveerd moeten worden, en niet pas aan het eind van de rit.” Die taken vragen om specifieke vaardigheden van medewerkers, maar ook om specialisten.

Erik voegt toe dat het besef langzaam doorsijpelt dat data en informatie essentieel zijn in de primaire processen van de overheid. “Alleen een technische insteek is niet voldoende, maar net als bij veel bedrijven ontbreekt het bij de overheid aan een duidelijke datacultuur. Dat zijn antwoorden op vragen als: wat is de kwaliteit van data, wie is er verantwoordelijk voor, welke standaarden hanteren we? Ook de ontwikkeling van professionals daaromheen gaat maar mondjesmaat. Daar aandacht voor vragen is ook een van de kernpunten in onze samenwerking.”

Erik Fledderus
Erik Fledderus, lector Digital Business & Society aan de hogeschool Windesheim

Resultaten

De samenwerking heeft inmiddels geleid tot twee docent-onderzoekers in het vakgebied Informatiehuishouding bij Windesheim, die concreet onderzoek uitvoeren bij de overheid. Een is bezig met bias in algoritmen, de ander maakt een volwassenheidsmodel informatiehuishouding, dat raakvlakken blijkt te hebben met het rijksprogramma Open op Orde. Gesprekken over verdere samenwerking daar lopen al. Erik zegt: “We gaan steeds meer integraal werken: casuïstiek uit de praktijk leert van de theorie en opgedane inzichten. Daaruit ontstaan suggesties voor aanpassingen van diezelfde theorie. Dat is een cirkel die vanzelfsprekend zou moeten zijn voor elke overheidsorganisatie.”

Waarden en ethiek

Een ander geliefd onderwerp van de lector is ethiek van de techniek. Hij zegt: “Ethiek gaat onder andere over waarden. Te onderkennen welke waarden je zelf hebt kan al confronterend zijn. Iedereen is voor transparantie en het voorkomen van fraude, maar wat als die bij elkaar komen? En wat betekenen die termen eigenlijk? Overal gebeurt iets met informatie, dat zit in ieder vakgebied. We willen mensen bewust maken dat ze met informatie bezig zijn.”

Als Erik één keuze mocht maken voor een onderzoek, zou het deze ethische kant van digitalisering zijn. En dan met name ethics by design, dus vanaf de start van de ontwikkeling van infrastructuur of algoritmes meekijken vanuit ethiek. Niet achteraf zoals nu vaak gebeurt. “Neem het Rotterdamse bijstandsfraude-algoritme dat in 2021 is stopgezet. Veel van de honderden indicatoren die zij gebruikten gingen over taalvaardigheid. Waarom daarvoor kiezen? En waarom zo veel? Die vragen wil je niet aan het eind stellen, dat frustreert enorm veel mensen. En de druk op een ethische commissie wordt alleen maar groter.”

In het curriculum van Windesheim is ethiek veel meer aanwezig dan tien, twintig jaar geleden. “Nadenken over de impact van onze keuzes op de praktijk van burgers of klanten die daarin benadeeld kunnen worden, die manier van denken nemen we mee in de opleiding. Ik zou dat veel verder willen doorvoeren,” aldus Erik. “Opleidingen die nu nog niet digitaal van aard zijn zouden dat wel moeten worden. De journalistiek bijvoorbeeld is met ChatGPT helemaal op scherp gezet, maar ook de rechtenopleidingen. Alle vakgebieden worden beïnvloed door de digitale ontwikkelingen. Het beschouwen van vakgebieden als afgesloten eenheden heeft z’n langste tijd gehad, vind ik. Het stimuleren van affiniteit met andere vakgebieden moet veel meer aandacht krijgen.”

Informatiehuishouden

Wanneer denken Erik en Sander dat de informatiehuishouding op orde is? Erik: “Het leuke van het woord huishouden is dat het nooit afgelopen is. Net als in je eigen huis blijft er altijd werk te doen. Informatiehuishouding is niet opgelost met een systeem, maar is een verandering van cultuur en gedrag. Ik zeg minimaal 5 jaar.” Sander: “Voeg daar maar de nodige jaren aan toe, wat betreft gedragsverandering. Ik denk wel dat we over 5 jaar kunnen terugkijken op substantiële verandering in kennisontwikkeling én kennistoepassing. Bewustwording heeft tijd nodig om tot wasdom te komen, maar een samenwerking als deze zet echt veranderingen in gang.”